Hoe de bubbel der financiële bubbels plotselinge klapte

“De bubbel van alles”

Als we de woorden van Lawrence Lepard mogen geloven, dan leefden we tot het einde van 2021 in een fase die hij omschrijft als een “bubbel van alles.” Je kon in de jaren daarvoor in principe iedere asset kopen en je zat na verloop van tijd wel met koerswinsten. Hoe anders was dat het afgelopen jaar, nadat de Federal Reserve deze bubbel doorprikte met zijn renteverhogingen.

De “originele misdaad” die er volgens Lepard aan ten grondslag lag, was het beleid van centrale banken om de rente rond het nulpunt te houden. In de periode van 2009 tot 2015 lag de rente op nul en daarna werd dit beleid in 2018-2019 weer teruggebracht door Jerome Powell, de nieuwe voorzitter van de Federal Reserve.

Daarna gingen in maart 2020 natuurlijk alle remmen los op monetair gebied, nadat COVID-19 wereldwijd uitbrak en centrale bankiers dachten dat de wereld ze heel hard nodig had. “Alles in de wereld was overgewaardeerd en gebaseerd op goedkoop geld. De excessen waren episch,” aldus een pessimistische Lepard.

Gigantische winsten

Neem bijvoorbeeld de drie grote Amerikaanse aandelenbeurzen. De Dow Jones Industrial Average was sinds 2009 met ruim 350 procent gestegen. De S&P 500 met meer dan 430 procent en de Nasdaq 100 zelfs met een gigantische 700 procent. Dat zijn getallen die helemaal niet passen bij een wereld die groeit met 2 tot 3 procent per jaar. De onderliggende reden volgens Lepard is het geld en niet de waarde van de assets.

Het kan zijn dat de bedrijven in de indices het goed doen, maar zo goed, dat is praktisch onmogelijk. De kans is groter dat het geld in die periode minder waard is geworden en niet per se dat de bedrijven zoveel meer waard werden. Uiteindelijk heeft dat natuurlijk ook een gigantische positieve impact op de Bitcoin koers gehad.